In de 19e minuut van Sparta - Ajax in het seizoen 1984/1985, ziet Marco van Basten zijn debuterende teamgenoot Rob de Wit diepgaan. Hij verstuurt een afgemeten pass en De Wit kopt met een snoekduik binnen. Het is het allereerste wapenfeit bij Ajax van de sierlijke buitenspeler, die daarna binnen no-time uitgroeit tot een publieksfavoriet.
Ajax had het trouwens helemaal niet zo makkelijk, die nazomermiddag op Het Kasteel. De ploeg van trainer Aad de Mos worstelde in de eerste helft met de Spartanen, waar Danny Blind en Louis van Gaal een hoofdrol speelden. De wedstrijd werd pas in de tweede helft beslist, toen de thuisploeg ruimtes liet vallen en dat afgestraft werd door Gerald Vanenburg en Van Basten. Het werd uiteindelijk 2-5.
In de kranten was men ondanks zijn goal nog niet helemaal overtuigd van nieuwkomer De Wit. De supporters waren dat wel. De Wit was een intuïtieve speler, die op gevoel pingelde, slalomde en passeerde: precies het type waar men bij Ajax van hield.
Noodlot
De Utrechter ontwikkelde zich tot één van de meest opwindende talenten binnen het Nederlandse voetbal in de jaren tachtig. Maar in 1986 sloeg het noodlot toe. De Wit kreeg een hersenbloeding. Na een lange strijd om terug te keren op het hoogste niveau, moest hij het gevecht staken en zijn spelerscarrière beëindigen.
In totaal kwam de linksvoor tot 77 officiële duels en 17 goals voor Ajax. De Wit is nog altijd nauw betrokken bij de club van zijn dromen en een regelmatige bezoeker van de Johan Cruijff ArenA. Op 5 mei 2013 reikte hij de schaal uit aan de toenmalig aanvoerder Siem de Jong, nadat de 32e landstitel binnen was gesleept.